Tuinieren met het water aan je lippen

Tuinieren met het water aan je lippen

Als doorgewinterde tuinder (vind ik zelf) heb ik al heel wat meegemaakt qua droogte, natheid, stormen, plagen, ziektes en wat je dan al wel niet als tuinder op je pad kunt vinden. Maar dit jaar slaat echt alles.

De winter was al nat, maar het voorjaar was nog natter, dan denk je dat je het gehad hebt, maar nee, de zomer huilde net zo hard mee. Daarnaast hadden de slakken het zo naar hun zin, spetter de spatter, het lijkt wel een bordeel in mijn tuin. Ook het pispotje en het heermoes gedijen enorm goed. Zal dat ook met deze weersomstandigheden te maken hebben?

En in deze barre omstandigheden moeten we het hoofd boven water zien te houden. En dat niet alleen, we willen ook nog oogsten! Van bijvoorbeeld de vele bonen die ik gezaaid heb zijn er welgeteld 4 opgekomen die een maaltje bonen per week opleveren.

Gelukkig hebben we medetuinders die er net zo ‘slecht’ aan toe zijn als wij. Gezamenlijk klagen over onze toestand helpt ons door de zomer. Na regen komt zonneschijn, het ene jaar is het andere niet.

Veel nieuwe tuinders weten niet wat ze overkomt en raken gedeprimeerd en ontmoedigd door dit slechte tuinjaar, het resultaat is dat deze tuinders, maar ook tuinders die al langer bezig zijn, het bijltje erbij neer gooien. Met soms achterlating van een stukje tuin wat overwoekerd is met allerlei soorten onkruid waar doorgewinterde tuinders van gruwen!

Een volkstuin heeft een romantisch tintje, en door de vele mooie plaatjes die in verschillende bladen worden getoond raak je natuurlijk ook enthousiast, dat wil jij ook!
Een volkstuin zo mooi krijgen is een peulenschil vergeleken bij het bijhouden van dit stukje landgoed. Elke week zul je naar je tuin moeten om onkruid weg te halen. Als je dit wekelijks doet is het niet zo zwaar. En in de zomermaanden ga je natuurlijk hier de vruchten van plukken, letterlijk en figuurlijk.
Wat het beste helpt is van tevoren met jezelf af te spreken dat je een bepaald stukje op je tuin gaat doen en je daarop te focussen. De keer daarop neem je een ander stukje, zo ga je door. Maar als je je vergaapt aan de hele lap grond en alleen maar het onkruid kunt zien en niet wat je gedaan hebt, dan wordt je moedeloos, zo is er niets aan.

Ik kan me nog herinneren dat ik net op Breeveld begonnen was, een ‘groene’ tuinder dus, en ik riep naar een buurman: ‘ik ben bijna klaar!’ Waarop hij hard begon te lachen: ‘je bent nooit klaar als tuinder!’
Groot gelijk heeft hij, je bent inderdaad NOOIT klaar. Dat is zowel de charme als datgene wat je ontmoedigt van tuinieren.

Corrie Smit